Op Nederlandse daken vind je momenteel 4 soorten zonnepanelen in Noord-Holland: polykristallijn, monokristallijn, amorfe (dunne film) en glas-glas zonnepanelen. Bij alle typen wordt de filmlaag, die zonlicht omzet naar energie, vervaardigd van silicium. Wat verschilt is de structuur van het silicium en de manier waarop de film wordt verwerkt in het paneel. Dit heeft invloed op de energieopbrengst, levensduur, weerbestendigheid, flexibiliteit, aanblik en uiteraard ook de prijs van de panelen.

Polykristallijn en monokristallijn zonnepanelen

De blauwe polykristallijn panelen en zwarte monokristallijn panelen worden nog altijd het meeste verkocht. Deze zonnepanelen zijn opgebouwd uit vierkante cellen van 15 x 15 centimeter waarop een filmlaag van silicium is aangebracht. In een standaard afmeting zonnepaneel van 1 x 1,65 meter zitten 60 van deze cellen. Er zijn ook large-size panelen (1 x 2 m) met 72 cellen en small-size panelen (1 x 1,3 m) met 48 cellen.

Voor polykristallijn zonnepanelen worden de silicium plakjes gesneden uit een cluster van meerdere kleinere silicium kristallen. Dit maakt het productieproces een stuk eenvoudiger, waardoor deze panelen een lagere aanschafprijs hebben. Een minpunt is dat ze met een rendement van 14 tot 16 procent minder energie leveren dan monokristallijn zonnepanelen.

Voor monokristallijn panelen wordt elk plakje silicium uit één groot silicium kristal gesneden. Dit zorgt ervoor dat 16 tot 18 procent van het zonlicht kan worden omgezet naar energie. Maar, vanwege de hogere aanschafprijs duurt het meestal toch iets langer voordat je de investering terug verdient. Dankzij de haast zwarte tint ogen monokristallijn panelen wel een stuk mooier op het dak.

Amorfe of dunne film zonnepanelen

Voor daken die minder gewicht kunnen dragen of een ongebruikelijke vorm hebben, wordt regelmatig gekozen voor amorfe zonnepanelen, ook bekend als dunne film zonnepanelen. Bij dit type panelen wordt de filmlaag niet vervaardigd van silicium kristallen maar van silicium poeder. Amorfe zonnepanelen zijn dunner, lichter en flexibeler dan de ‘gewone’ zonnepanelen. Ze zijn bovendien in haast elke afmeting verkrijgbaar en hebben een mooi egaal zwart oppervlak. De minpunten van Amorfe zonnepanelen zijn de relatief lage energieopbrengst (8 tot 10 procent), de hogere aanschafprijs en hogere installatiekosten.

Glas op glas zonnepanelen

Relatief nieuw zijn de glas-glas zonnepanelen. Bij dit type zit er zowel op als onder de laag met silicium zonnecellen een laag glas. Zo heeft het paneel aanzienlijk minder last van vocht, temperatuurverschillen en mechanische spanningen. Het dagelijkse rendement van glas-glas panelen is meestal stabieler en over tijd is er nauwelijks sprake van degradatie. Na 30 jaar kunnen de panelen vaak nog meer dan 85 procent van hun origineel vermogen leveren. Mono- en polykristallijn zonnepanelen verliezen over 25 jaar gemiddeld 20 tot 30 procent van hun initiële rendement. Glas-glas panelen zijn wat duurder in aanschaf en vereisen een dak dat hun extra gewicht aankan.

Bron: https://www.solease.nl/